In Gelderland is de bescherming van de molenbiotoop opgenomen in de provinciale verordening. Dit wil zeggen dat vanuit de provincie wordt opgelegd aan gemeenten om via de bestemmingsplannen de molenbiotoop te beschermen. Onder het begrip molenbiotoop wordt meer verstaan dan alleen windvang. Het zijn alle omgevingsaspecten die van invloed zijn op het functioneren van een molen. Hieronder vallen niet alleen factoren die van directe invloed zijn voor de molen als maalwerktuig, zoals de bereikbaarheid voor graan- en meeltransport, de windvang en het vrije zicht op de lucht om weersveranderingen aan te zien komen. Ook het functioneren van de molen als cultureel erfgoed, zoals de gaafheid van de historische setting, de toegankelijkheid voor bezoekers en de landschappelijke waarde maken hier onderdeel van uit.
Er is echter geen beschrijving vanuit de provincie hoe gemeenten dit moeten doen. Hier hebben zij dus een bepaalde vrijheid in hoe zij de biotoopbescherming vormgeven.
Er zijn een aantal manieren om de biotoop te beschermen. Dit kan bijvoorbeeld door de biotoopformule van De Hollandsche Molen , maar ook door de 1 op 30/50/100 regel.
Wel staat vast dat de molenbiotoop (minimaal) 400 meter bedraagt. Maar dat blijkt in de praktijk niet altijd het geval te zijn. Daarom is het als eigenaar van belang om te controleren hoe de biotoop is opgenomen in het vigerende bestemmingsplan of bestemmingsplannen. De biotoop kan namelijk meerdere bestemmingsplannen beslaan, maar ook over gemeentegrenzen of zelfs provinciegrenzen vallen. De bestemmingsplannen kun je inzien op ruimtelijke plannen.
Hierop zie je hoe de biotoop beschreven staat in de diverse bestemmingsplannen maar ook hoe de verbeelding is opgenomen. Dat is de getekende cirkel die de biotoopgrens aangeeft. Let op, want verbeelding is leidend! Als de biotoop wel beschreven staat tot 400 meter maar de biotoop is qua verbeelding maar opgenomen tot 100 meter dan houdt hij juridisch daar dus op.
Als de biotoop niet goed is opgenomen is het zaak dit aan te passen in het bestemmingsplan. Als er namelijk een vergunningaanvraag komt wordt hij getoetst aan het bestemmingsplan. Past de aanvraag binnen het geldende bestemmingsplan dan dient de gemeente te vergunnen. Een goede biotoopbeschrijving in het bestemmingsplan is dus erg belangrijk.
Als de vergunning verleend wordt en je vindt dat er te weinig rekening is gehouden met de biotoop kun je bezwaar maken hiertegen. Stuur dan binnen 6 weken na de beslissing van de gemeente uw bezwaarschrift. Geef hierin aan waarom je het niet eens bent met de vergunning en dat je dit graag mondeling wilt uitleggen in een hoorzitting. Als de gemeente je bezwaar afwijst kun je hierop in beroep gaan. Als je beroep wordt afgewezen kun je nog in hoger beroep. Dit is de uiteindelijke uitspraak waar tegen geen beroep meer mogelijk is. Wees er wel van bewust dat als je het (hoger) beroep verliest de proceskosten dient te betalen.
Als er een bouwplan rond de molen komt waar het bestemmingsplan bij aangepast moet worden dient de gemeente dit plan ter inzage aan te bieden. Als de molenbiotoop hierin niet goed beschermd wordt kun je een zienswijze hierop indienen. De gemeente zal dan moeten beoordelen of het plan moet worden aangepast, of geheel moet worden herzien of afgewezen.
Tegen dit besluit kun je in beroep gaan. Het is dus van groot belang om op tijd op de hoogte te zijn van eventuele bouwplannen in de omgeving van de molen. Dit kan door bijvoorbeeld de e-mailservice van berichten over uw buurt. Hier kun je jezelf aanmelden om via de mail op de hoogte te worden gehouden van eventuele bouwplannen.
Het nieuwe bestemmingsplan wordt ook door de provincie beoordeeld. Zij kan de gemeente er echter niet van weerhouden om het plan in procedure te brengen. Maar als de molenbiotoop niet goed is opgenomen kan ook zij een zienswijze indienen.
Het kan echter voorkomen dat er besloten wordt door de provincie om ontheffing van de verordening te verlenen. Dit moet dan door de provinciale staten goedgekeurd worden onder het mom van ‘zwaarder wegend maatschappelijk belang’. Bijvoorbeeld in het geval van woningbouw.
Het uitgangspunt bij de biotoopbescherming is dat de huidige biotoop van de molen niet verslechtert. Dit houdt in dat als er binnen de biotoop gebouwd wordt maar de wind al gehinderd wordt, er geen belemmering is om te vergunnen. (bijvoorbeeld een schuur die achter een huis gebouwd wordt). Het kan echter ook zo zijn dat een bouwplan in de windschaduw van bomen staat.
Daarom wordt er bij bouwplannen vaak middels een biotooprapport of windondonderzoek aangetoond wat de hinder is van een bouwplan op de molen.
Ook kan het zo zijn dat er ‘gecompenseerd’ wordt. Door ergens de biotoop te verbeteren (b.v. door bomenkap) kan een bepaalde overschrijding toch goedgekeurd worden omdat de windvang ‘min of meer gelijk blijft’.
Ook kan er compensatie bestaan in de vorm van uitkoop. Door toe te stemmen met het plan krijgt de moleneigenaar een financiële compensatie. Dit is niet wenselijk omdat het geld na verloop van tijd op is maar de biotoop blijvend aangetast is. Hiervoor dient Provinciale Staten nog steeds ontheffing te verlenen maar zij zullen dit gemakkelijker doen als de eigenaar zelf niet in verweer gaat.
Als er bouwplannen bij de molen zijn om bestaande gebouwen te vervangen is het toegestaan om binnen de grenzen van het bestaande gebouw nieuwbouw te plegen.
Hiertegen kan geen bezwaar gemaakt worden.
Als er een woonwijk bij de molen gebouw wordt is het van belang om te kijken of er een kettingbeding opgenomen kan worden op de grond. Dit houdt in dat er grenzen gesteld kunnen worden aan bijvoorbeeld groen in particuliere tuinen in het koopcontract. Dit geldt dan ook voor 2e 3e en volgende bewoners. Het kettingbeding dient wel al op de grond te zijn opgenomen bij verkoop van de gemeente aan de ontwikkelaar. Ook hier geldt dus wees op tijd op de hoogte van wat er speelt rondom de molen.
Als er binnen de biotoop bomen geplant zijn in strijd met de omschrijving van het bestemmingsplan of er wordt niet gehandhaafd op snoeien terwijl dit wel zou moeten, kun je als eigenaar een handhavingsverzoek indienen. Dit houdt in dat de gemeente moet handhaven op de restricties zoals gesteld in de molenbiotoop. De gemeente dient dit verzoek te behandelen en te motiveren. Ook hier kun je tegen in beroep gaan.
Lastig is het als een gemeente eigenaar is van de molen en tevens verantwoordelijk voor doelen op het gebied van woningbouw. Dan heeft de eigenaar van de molen te maken met tegenstrijdige belangen. Als molenaar(steam) kun je dan wel bezwaar maken maar is het niet vanzelfsprekend dat je ontvankelijk wordt verklaard in je bezwaar. Door een goed molenaarscontract met de gemeente kan dit ondervangen worden.
Het is altijd raadzaam om korte lijntjes te hebben met de gemeente als het gaat om de biotoop. Weet wie je aanspreekpunt is en probeer samen met de gemeente tot afspraken te komen. Dit kan bijvoorbeeld middels een convenant.
Mocht je bij de gemeente overeen kunnen komen dat bestaande beplanting vervangen wordt kun je bij de gemeente voorbeelden aandragen van bomen die wel passend zijn binnen de biotoop.
heeft haar kantoor in het pand van
Geldersch Landschap & Kasteelen
A Zijpendaalseweg 44
6814 CL Arnhem
Postbus 7005
6801 HA Arnhem
E info@molenfederatiegelderland.nl
KVK 82 87 97 96
RSIN 86 26 38 68 9
IBAN NL98 ABNA 01 01 74 21 93
heeft haar kantoor in het pand van
Geldersch Landschap & Kastelen
A Zijpendaalseweg 44
6814 CL Arnhem
Postbus 7005
6801 HA Arnhem
E secretaris@molenfederatiegelderland.nl
KVK 82 87 97 96
RSIN 86 26 38 68 9
IBAN NL98 ABNA 01 01 74 21 93